Woonplaats van tuinkabouters
Overdreven kitsch of prachtig? De meningen over de kleurrijke tuinen van Blomstergården, met haar sprookjesfiguren, fonteinen en het slot van Doornroosje tussen de bloemperken, zijn altijd verdeeld geweest.
Het was de extreem eigenwijze boer Verner Svensson die een stukje wilde, drassige grond met veel stenen erin veranderde in een exotische tuin met bloemen en planten die men maar zelden zag. Veel van die bloemen en planten ruilde hij met zeelui die de haven van Karlskrona aandeden.
Uit de bossen haalde hij vreemd gevormde takken en stenen die hij verwerkte in zitplaatsen en kunstzinnige sculpturen. Daarnaast begon hij een museum met onder andere meubels die de ontdekkingsreiziger Sven Hedin meenam uit Tibet.
De tuinen trokken veel aandacht en in het begin probeerden Verner Svensson en zijn vrouw Annie de bezoekers op afstand te houden met “Tillträde förbjudet”-bordjes (Verboden toegang). Vanaf 1949 stelde het echtpaar tegen hun zin de tuin open voor publiek. Er werd entreegeld gevraagd om de bezoekers te ontmoedigen. Dat lukte niet erg. Er ontstonden files en de bezoekersaantallen gaven zelfs aanleiding om een benzinestation te beginnen. In 1970 had de tuin 50 mensen in dienst.
Na vele jaren ruzie met de autoriteiten, onder ander over de brandveiligheid van het museum, sloot de tuin in 1981 haar poorten. Na diverse pogingen van nieuwe eigenaren om opnieuw te beginnen is de tuin nu weer klaar om bezoekers te ontvangen.
Voor meer informatie: Blomstergården i Eringsboda

