Beschrijving

renRendieren worden in Europa tot 225 cm lang bij een schouderhoogte van maximaal 125 cm, gewicht tot 300 kg; eilandvormen als die van Spitsbergen zijn veel kleiner.

Beide geslachten dragen een als regel (zeer) groot en wijd uitstaand gewei, dat (zeer) sterk vertakt kan zijn en vnl. gekenmerkt is door een schoffelvormige oogtak.

De hoeven zijn breed en plat, zodat de dieren vrijwel met vier tenen per poot op de grond staan, wat het lopen op sneeuw en moerassige grond vergemakkelijkt. Bij het lopen wordt een merkwaardig knakkend geluid gemaakt, wat een signaalfunctie in het sociale verkeer zou kunnen hebben.

De dieren kunnen uitstekend zwemmen, iets wat ze bij het oversteken van rivieren en zeearmen tijdens de trek vaak massaal doen.

De kleur van de vacht, die met de seizoenen varieert, is vrijwel altijd grijzig of bruinig, hoewel vrijwel geheel witte en bruine vormen bekend zijn.

Voeding

Rendieren voeden zich voor een belangrijk deel op de grond met kruiden en kruidachtige planten, waaronder het rendiermos dominant kan zijn. Daarnaast worden boombast, knoppen, bladeren en twijgen gegeten.

Voortplanting

Na een draagtijd van 7-8 maanden worden de ongevlekte kalveren (één per worp) laat in het voorjaar of in de voorzomer geboren. Maximale levensduur 9-12 jaar.

Territorium en aktiviteit

Rendieren zijn uitgesproken kuddedieren. Geen andere soort onder de herten vormt zulke enorme kudden. Meestal gaat het om koeien met hun kalveren en halfwas dieren. De mannetjes vormen kleinere groepen, die pas in de vroege herfst in de bronsttijd grote harems bijeenbrengen.

Verspreidingsgebied in Scandinavië

Het rendier is een bewoner van de toendra en noordelijke bosgebieden van Scandinavië. Het rendier is de enige hertensoort die gedomesticeerd is. Bij de Lappen zijn de rendieren al eeuwen geleden (half) gedomesticeerd. Het houden van deze dieren heeft het leven in het hoge noorden voor deze mensen mogelijk gemaakt. Rendieren worden gebruikt als trek-, last- en rijdieren en als leveranciers van melk, geweien, beenderen, huiden, pezen, vet en vlees. De huisdierstatus van het rendier kan vergeleken worden met die van een rund in een zeer extensieve veehouderij. In wezen zijn de rendierhoudende Lappen nomadische herders. De kudden worden slechts voortgedreven of gevolgd en tegen roofvijanden (vnl. de wolf) beschermd.